De diagnose van hepatitis C wordt in 2 fasen uitgevoerd:
1. Het opsporen van HCV-antilichamen, gebeurt door middel van een vingerprik of bloedafname
2. Indien dit resultaat positief is, wordt door middel van een tweede bloedafname de hoeveelheid virus in het bloed gemeten (HCV RNA)
De arts zal de bloeduitslagen samen met de patiënt bespreken.
Fibrose
De arts kan beslissen om verdere onderzoeken te doen, om de graad van fibrose van de lever te bepalen. Dit wordt gedaan aan de hand van een Fibroscan. Het is een eenvoudig, niet-invasief en pijnloos onderzoek dat de elasticiteit van de lever meet. Hoe meer fibrose, hoe minder elastisch de lever is (= hoe meer de lever beschadigd is).
Cirrose en leverkanker
Onbehandeld kan hepatitis C op lange termijn je lever beschadigen (=fibrose) en cirrose en/of leverkanker veroorzaken.